33 Los Roques naar St Maarten 11 dec -5 jan 2018
Door: Jos en Majo
Blijf op de hoogte en volg Jos en Majo
16 Januari 2018 | Sint Maarten, Marigot
We krijgen prachtige Kerstfoto’s vol sneeuw toegemaild. Terwijl Nederland het late Sinterklaas weekeinde in sneeuw gehuld is en onze tuin er prachtig romantisch uitziet, klaren wij uit op Curaçao. Een prima weerraam om Bonaire te halen en daar nog wat te duiken (Jos is enthousiast geworden). Haast geen wind, weinig golven. Vroeg in de middag vinden we een vrije boei en de Pimentao neemt even later de boei naast ons. Het lukt Jos om te betalen voor de boei zonder onze papieren te laten zien, waaruit zou blijken dat we langer zijn dan de toegestane 55 voet. Kristalhelder water, we snorkelen ons die middag rot. Wat lekker, deze Nederlandse gemeente!
De volgende dag klaren we tegelijk in en uit; het plan is om samen met de Pimentao naar de Roques te gaan. De nadelen zijn de 95 mijl recht tegen de wind in en mogelijk strafheffing door de kustwacht omdat we nog niet ingecheckt hebben; voordelen zijn de adembenemende pracht en rust op de eilandjes van deze archipel en het feit dat je vandaar een voordeliger slag naar de bovenwinden kunt maken. Maar de veiligheid dan? We spraken een echtpaar dat na vertrek van het veel oostelijker gelegen Isla Margerita op zee geënterd, mishandeld en beroofd is door piraten. Binnen drie kwartier deed een tweede piratenploeg dat nog eens dunnetjes over. Maar de Roques lijken veilig; we krijgen van niemand verhalen over berovingen daar.
Dit keer gooit de Pimentao echter roet in het eten: ze maken water. Met de watermaker dan. Die lekt en een bakskist staat vol met zout water. Die moeten ze leeg zien te krijgen en ontdekken wat de oorzaak is. Een paar uur later is de lekke aansluiting weer dicht en de meeste troep opgeruimd, maar ze voelen zich ziek en durven het niet aan met ons naar de Roques te gaan. Beraad aan boord van de Jonathan: als we niet vandaag vertrekken, missen we het window en moeten we lang aan de boei in Bonaire blijven; wel luxe maar saai. Durven we de Roques alleen aan? We slikken een paar keer en besluiten toch te gaan: dit is ons laatste seizoen in de Carieb, daar hoort deze mooie archipel bij. We varen om 20.00 uur uit, uitgezwaaid door de Pimentao.
DIOS TE PAGUE
Na een zorgeloze oversteek ankeren we de volgende dag achter de onbewoonde door riffen omgeven eilandjes van Cayo de Agua. Groenblauw water en licht gele stranden. Overal kleine steltlopers en broedende brown boobies (nee dat is een vogelsoort). We zijn het enige schip. Er komen een paar dagen met flinke wind aan dus we gaan de volgende dag naar Carenero, een prachtige door mangrove en riffen beter beschutte ankerplaats met turqoise water. We zijn er deze zomer ook geweest. Het tochtje op de motor er naar toe is pittig: we krijgen een zware bui over. We klokken 34 knopen wind, maar wat erger is: het hoost zo hard dat Jos, die in zwembroek buiten zit te sturen, nauwelijks verder kan kijken dan de eigen voorpunt. Hij krijgt het trouwens ook koud. Op ons nieuwe navigatiepadje kunnen we zien dat we vlak bij de opening in het rif zijn, maar zonder zicht durven we de baai niet binnen te lopen. We remmen af. Zodra de zon even later doorbreekt kunnen we de riffen zien en 10 minuten later liggen we geankerd. Jos warmt zich aan de motor.
In de namiddag gaan we met de bijboot over het ondiepe rif naar een restaurantje ‘Dios Te Pague’ (moge God je belonen) een mijl verderop, een uit multiplex en wrakhout opgetrokken groep hutten (foto’s). Het uitbatend echtpaar is, zoals de naam en het ervoor geknutselde kapelletje doen vermoeden, erg gelovig. Een fijne sfeer. Langoust, cheviche en geroosterde vis, $ 5 pp; zelf drankjes meenemen. Ze klagen over het geweld op het vasteland en de schaarste aan voedsel en eigenlijk aan alles in het land. Bij onze tweede lunch neemt Majo een zak meel en polo’s mee, die door de chaos en de gillende inflatie duur zijn. Bij ons bezoek 5 maanden geleden was $ 1 al 6.800 bolívar waard, nu 60.000!
SQUADRON
Onderweg terug wordt Jos door kleine zwarte mugjes aangevallen; “eindelijk Jos” denkt Majo. “Ze bijten niet hoor”, meldt Jos. Om – nadat hij er eentje heeft doodgeslagen – en de bloedvlek ziet droog op te merken “ok, maar het jeukt niet”. Daar denkt Majo een uur later heel anders over. Jasper ook, die naar binnen vlucht. Jos houdt het met DEET en smeulende krokodil buiten wel vol; Misha lijkt geen last te hebben. De periode met wind duurt lang genoeg om hun aanvalsschema te doorgronden: van 17-19 uur en 6.30 – 8.00 uur komt er een squadron zwarte mugjes uit de mangrove aanzetten. Buiten die tijden: geen probleem. En dan te weten dat we 100 m van de kant liggen; een mug zou maar een actieradius van 30 tot 50 m hebben, maar deze hebben daar nooit van gehoord. Fijn dat Majo alle horren op Curaçao weer gerepareerd heeft.
We gaan weer eens een strandje verder naar het iets rijkere eilandje Crasqui. Een paar dagen liggen we alleen in de baai. De strandeettentjes, die we met een bezoek vereren noemen zich ‘rancho’. Er komen dagjesmensen met het lijnvliegtuig naar Grand Roque, die zich ‘s morgens met parasols en koelboxen door een loncha laten afzetten op het strand van een van de eilanden om aan het eind van de middag weer opgepikt te worden. Een toeriste heeft een zand-sneeuwpop gemaakt, mist ze de sneeuw echt?
Wij zijn lui: we zwemmen of lezen wat en zoeken schelpen langs de vloedlijn van het strand, waarna we vinden dat we wel een cocktail verdiend hebben. Misha daarentegen heeft het ontzettend druk. Het water lijkt wel te koken: om de boot heen jagen roofvissen op hun prooien die aan hun lot proberen te ontkomen door in zilveren wolken weg te stuiven en met veel gespetter uit het water te springen. En anders zijn het wel de vissende pelikanen die zich van een paar meter hoogte in het water storten. Misha racet met klauwende nageltjes over het dek op iedere plons af. Hij hangt met drie poten buitenboord of verbergt zich in sluiphouding achter de voetrail en in de dinghy. Tot hij aan de andere kant van de boot weer actie hoort waar hij bij moet zijn. ’s-Avonds valt hij als een blok in slaap. Jasper speelt de oudere en wijzere kat en is even lui als wij.
API CRIMA!
We frequenteren restaurant Rancho Agua Clara, dat wordt gedreven door een leuk stel: Carola en Eduardo. Jos helpt Eduardo met diens buitenboordmotor door goocheltrucjes met zijn multimeter en draagbare generator. We worden voor kerstavond uitgenodigd. Met linten, ballen en lichtjes is een kerstboom op de muur geappliqueerd, waaronder cadeaus voor de kinderen liggen, die we aanvullen. Voor Eduardo onze reserve multimeter, voor Carola schaarse dingen als kleding, kruiden en koffie. Het kerstdiner bestaat uit oesters, cheviche en langoust. Vlak naast de kookplaats buiten krioelt het van de heremietkreefjes, die niet weten dat ze gefrituurd een lekkere borrelhap zijn. Onze gastheer roept Api Crima, Api Crima! We detecteren dat als Happy Christmas. In het Spaans wordt de h niet uitgesproken en in het locale dialect de s aan het eind en midden in een woord niet. “¡Si amigo, Feliz Navidad!”
SCHAARSTE EN RIJKDOM
Op naar de hoofdstad Gran Roque. We maken ons op voor het inchecken bij 6 diensten: INEA (een soort nationale watercoördinatie), Guarda Costa, Immigracion, SATIN (stempels paspoorten), Guarda Nacional, Inparques (beheer natuurreservaat) en weer Guarda Costa. Immigration wil dat we in bolivars betalen, 1,92 miljoen, maar door de inflatie is er vrijwel geen baar geld in omloop. Bij een restaurant kunnen we wisselen: zelfs 100.000 Bolivar voor 1 dollar. Een pak geld (zie foto) dat we in een plastic zak meekrijgen; alleen al het tellen duurt een kwartier. Bij Immigration blijkt ook na hertelling dat er 10.000 bolivar mist; “nou ja, laat maar zitten”, vinden ze moegeteld. Na twee en een half uur stempels halen zijn we vrij en lunchen we heerlijk op een terras dat dollars accepteert.
We gaan vaak uit lunchen. Een handige manier om de locale economie te steunen (we betalen immers met dollars) én onze voorraden zolang mogelijk te rekken. De schaarste die overal in het land heerst is zichtbaar op het bord: iedereen snijdt of hakt de smaakmakers zo fijn mogelijk, 2x2 mm voor ui, knoflook en pepers is gebruikelijk. Zo heb je weinig nodig. Vis wordt er ruim gevangen en voor de liefhebber ook inktvis (perfect als ceviche) en langoust. De porties zijn overal wat kleiner (niet van de vis); tomaten, limoentjes of koolsla zijn zeldzaam geworden. Op Gran Roque duikt op een ochtend een vrachtbootje op, zwaar beladen. Een paar uur later zitten er 30 vrouwen op de stoep te wachten bij de intussen gesloten supermarkt. Als die straks open gaat, staan ze vooraan. Onze groentevoorraad slinkt intussen ook (we hebben al 3 weken geen supermarkt of stalletje gezien) en we scoren later nog een paprika, 6 eieren (feest voor Jos, die graag een gekookt eitje of omelet bij het ontbijt heeft) en 5 tomaten ($2). Jos probeert nog een paar limoentjes voor de cocktail te kopen bij een restaurant dat er veel heeft, maar dat lukt niet, ook niet voor dollars! We moeten het doen met onze spullen tot we weer ergens buiten Venezuela aankomen.
De schaarste is zichtbaar aan de mensen. De eilandbewoners zijn slank, dikke mensen wonen er hier niet meer.
Maar naar mate we westelijker komen wordt het steeds mondainer. De hotels, vaak met mooie binnenplaatsen, noemen zich Posada. De rijken komen met het vliegtuig (er staan 5 prive vliegtuigen geparkeerd op de luchthaven) of hun eigen boten en doen zich in het toeristische hart van de eilandengroep te goed aan mojito’s en langoust (2 miljoen bolivar per kilo: $33). Hun personeel past op de boot, zorgt dat partytent, strandstoeltjes en de onvermijdelijke koelboxen ter plaatse komen en regelt via locale vissers dat er ’s-avonds aan boord weer wat te eten is.
Maar het summum is wel het westelijkste eilandje Francescui. We zien zelfs een snelle surfplank met een foil, die op die paar centimeter na geheel uit het water komt; zijn die er al in Nederland? Supergrote motorboten met onderwaterverlichting en superstrakke latina’s met minuscule lapjes stof (armoede?) die de billen niet bedekken. Een klein meisje speelt op de vloedlijn in een badpak dat ook haar benen bedekt met een staart: een zeemeerminnenpak.
DE SPRONG
Op 4 januari komt er een window, maar we besluiten een dag eerder alvast te vertrekken. Hoog aan de wind over bakboord en soms iets ruimer steken we naar Sint Maarten. We spuiten zo hard tegen de golven aan dat we veel buiswater overkrijgen. Schuin over bakboord is lastiger dan over stuurboord. Als Majo op haar knieën de koelkast aan stuurboord opent valt de inhoud over haar heen. Ze kookt met een band over haar kont, die aan de aanrecht aan stuurboord gehaakt zit. Nou ja we komen niet verder dan soep; Jos heeft de eerste twee dagen trouwens zowiezo geen trek. Naar de wc gaan is ook een opgave: met de broek op de knieën de kont vooruit schuin naar bakboord op het kleine wc-tje parkeren. Jos slaagt erin ter plekke te geraken, maar klapt daarna met wc en al om.
We hebben wel een snelle overtocht: 427 mijl in 57 uur; 7,5 knoop gemiddeld is voor aan de wind mooi. Fijn ook dat we Sint Maarten konden halen. De Pimentao, die een dag later vanaf Bonaire vertrekt komt maar bij de BVI’s uit. We komen op 6 januari net in het donker aan. Nog voor we moe het anker hebben laten vallen priemt er een zoeklicht naar ons: de kustwacht. Ze blijven dichtbij en beschijnen ons terwijl we aftuigen; bang dat we iets overboord gooien soms? Daarna 3 hoffelijke jongens aan boord die informeren naar drugs en wapens, maar meer belangstelling hebben voor onze veiligheidsmiddelen. We krijgen een waarschuwing omdat onze vuurpijlen zijn verlopen. “Bijkopen hoor, we komen controleren.” We ankeren de volgende dag weer aan de Franse kant van de lagune, want dat is gratis.
OP BEZOEK KOMEN OF MEEVAREN
We hoppen de eilanden naar het oosten af in dagtochten naar Grenada, misschien naar Tobago. Daarna in ieder geval weer omhoog. Half april op Antigua voor de Classic Yacht Regatta staat ook vast. Daarna willen we oversteken naar de Azoren.
ONS BEREIKEN
Gaat het makkelijkst via onze email josvanveen66@gmail.com of hendriksmajo@gmail.com, sms-en of WAppen. In Nederland bellen: Majo: + 31 655712122. Jos: +31 654201071
-
16 Januari 2018 - 18:18
Frank Husken:
Dag Majo en Jos,
Wederom een prachtige beschrijving van een schitterende omgeving. Blijft herkenbaar. Ik ben benieuwd naar jullie St Maarten indrukken vanwege de orkaan. De vele voetstappen/zeilmomenten die ik mij herinner krijgen na de beelden die ik zie wel een andere betekenis. Kunnen jullie daarover iets berichten?
HG Frank -
16 Januari 2018 - 19:23
Martin En Riëtte:
De plaatjes blijven mooi en vervelen niet. Hopelijk is dat voor jullie ook zo. Ook wij dachten gelijk: hoe zou het nu zijn op St Maarten? Ongetwijfeld horen en zien we er later meer over. Geniet op het eiland dat naar mij is vernoemd (of was het anders?) Groetjes, Riëtte en Martin -
22 Januari 2018 - 16:24
Arie Oosterlee:
Jos en Majo, weer een heerlijke digitale vakantie voor mij - het lezen van dit verslag.
-
27 Januari 2018 - 07:59
Carla Keijzer:
In één keer jullie drie laatste verslagen gelezen. Moest erg lachen om Majo’s droogjes opgeschreven relaas over Jos z’n naadloze terugkeer naar het ranzige en oh zo herkenbare studentengedrag en de onvermijdelijke heropvoeding -
27 Januari 2018 - 08:00
Carla Keijzer:
In één keer jullie drie laatste verslagen gelezen. Moest erg lachen om Majo’s droogjes opgeschreven relaas over Jos z’n naadloze terugkeer naar het ranzige en oh zo herkenbare studentengedrag en de onvermijdelijke heropvoeding -
06 Februari 2018 - 11:54
Siny:
Lieve Majo en Jos,
Wat fijn om weer zo'n gezellig verhaal te lezen en te merken dat het jullie goed gaat ondanks kriebel- en steekbeestjes. Ben jaloers op jullie snorkelactiviteiten. Wij hebben altijd erg genoten van die prachtige onderwater-wereld.
Ik ga de grote atlas er weer bij halen om jullie goed te volgen. Veel plezier met alle nieuwe ontmoetingen en geniet met volle teugen van al het moois wat je tegenkomt.
liefs Siny en Benn
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley