Bahama’s tot Luperon 1 feb - 13 mrt 2017 - Reisverslag uit Luperón, Dominicaanse Republiek van Jos en Majo Van Veen en Hendriks - WaarBenJij.nu Bahama’s tot Luperon 1 feb - 13 mrt 2017 - Reisverslag uit Luperón, Dominicaanse Republiek van Jos en Majo Van Veen en Hendriks - WaarBenJij.nu

Bahama’s tot Luperon 1 feb - 13 mrt 2017

Door: Jos en Majo

Blijf op de hoogte en volg Jos en Majo

14 Maart 2017 | Dominicaanse Republiek, Luperón

Na een paar dagen West Palm Beach springen we de Florida Strait over naar de Bahama’s. De eerste eilanden dichtbij deVS zijn erg Amerikaans en toeristisch: hotels, veel powerboaten uit Florida en 2e huizen-met-boot-voor-de-deur. We hebben haast om naar het zuidoosten te komen en gebruiken Grand Bahama en Great Abaco Island alleen om ’s avonds te ankeren. We voeren de gele quarantainevlag en checken niet in. Met onze diepgang van 2,60 meter kunnen we trouwens nergens naar binnen.
ELEUTHERA
Bij Eleuthera begint het Caraïbischer en leuker te worden: zwarte bevolking met West Indische tongval, layed back en liming. We worden zelf ook wat rustiger. Hier op de Outer Bahama’s hebben de zeilboten weer de overhand. De katten eten door de hitte minder en proberen hun winterjas weer uit te trekken. Ze verharen als een 2e hands bontjas van de vlooienmarkt. Hatchet Bay is een mooie beschutte ankerplaats met een nauwe ingang tussen de rotsen die je pas ziet als je er van vlakbij recht in kijkt. Een grote miljonairsboot past niet door de ingang en ankert buiten. Wow, laten we toch maar inchecken. Dat kan een baai verderop in Governors Harbor, de oude hoofdstad van de Bahama’s. Hier staan een paar mooie koloniale gebouwen en een schattige bibliotheek, maar verder is er niets te beleven. Een douane-ambtenaar wil Jonathan, die voor anker ligt, inspecteren. Op de plaats aan lagerwal waar hij afgehaald wil worden staan behoorlijk wat golven. Wanneer de ambtenaar – uniform en gepoetste schoenen – instapt ligt de dinghy meteen vast op de bodem. Jos trekt zijn schoenen uit en stapt overboord. Dat helpt. Hij duwt het bootje van de kant en springt er behendig in. We paddelen met de riemen tot de schroef vrij is en we kunnen starten, maar de motor springt niet aan. Jos trekt zich een rood hoofd, maar helaas: verzopen. Er zit niet anders op dan te blijven paddelen, tegen de wind in, tot we bij Jonathan zijn. Vooral Majo heeft het te kwaad. We kunnen in ieder geval niet van neo-koloniaal gedrag beschuldigd worden. Twee sjofel geklede blanken die zich het apenzuur werken voor een zwarte, keurige meneer. Na een korte pro-forma inspectie start de dinghy nu wel. De baai geeft geen bescherming tegen de zuid-westen wind, die iets te indringend waait voor een comfortabel gevoel en we besluiten ons terug te trekken in ons geliefde Hatchet. Na een paar dagen varen we via Rock Sound naar de doorgang om het rif aan de lijzijde van Eleuthera te verlaten. We zijn wat gespannen en doen eyeball navigation. Er moet 2,80 water staan – 20 cm over dus. Majo voor op de preekstoel – ze is tenslotte theologe – turend in het water, Jos aan het roer met de ogen op de dieptemeter. Je ziet alles in dit glasheldere vlakke turquoise water, maar het is moeilijk om de diepte te schatten. Onze schaduw glijdt met ons mee.
Het water bij Eulethera is prachtig van kleur en helder: zelfs met snelheid kunnen we op 10 meter onder ons de zeesterren zien. En een heel veld met zee-egels komt langs. Majo geniet op haar preekstoel en vergeet haast bang te zijn voor de ondieptes die ze moet spotten. We zijn vrijwel op hoog tij bij de passage en komen niet onder 3,40 meter. Dan ineens wordt het water diepblauw en geeft de dieptemeter niets meer aan: 1000 meter zegt de kaart en even later zelfs 4500 meter. Nog steeds prachtig blauw.
LITTLE SAN SALVADOR
We ankeren in Half Moon Bay op Little San Salvador. Dit eiland is geheel eigendom van de Holland-Amerikalijn. Je mag er ankeren, maar niet aan land komen. Het is zondag en het strand is uitgestorven. De volgende dag arriveert inderdaad een cruiseschip: de Rotterdam! De Nederlandse vlag voorop. Dat geeft een trots gevoel: 2 schepen in de baai en allebei Nederlands. Jos roept hem op in het Nederlands en krijgt prompt antwoord van de 3e stuurman, die wel een babbeltje wil maken. Het eiland dat er eerst uitgestorven bij lag komt ineens tot leven net als een emplacement met speelgoedtreintjes waar de stroom wordt ingeschakeld. De lege cafe’s, de distributie van strand- en waterspeeltjes en een piratenschip krijgen lichtjes en de muziek begint te spelen. Ze moeten snel de 1350 passagiers, die aan land worden geheveld, kunnen opnemen. Wij gaan snel anker op.
CAT ISLAND
Door het prachtige water zeilen naar Cat Island. De diepte van het water kun je (na enige oefening) aflezen aan de kleur: wij mogen niet in lichtgroen terecht komen. Ook hier weer helder water met zeesterren. En eindelijk valt het kwartje: het is hier in de Bahama’s zo anders omdat geen plastic zwerfvuil de stranden ontsiert. We klimmen naar de hermitage van Father Jerome, een inmiddels overleden architect en pastoor, die locaal wereldberoemd is. Hij trok zich de laatste jaren van zijn leven terug in een indrukwekkende zelfgemaake kluis boven op een heuvel: een éénpersoons kapel met één kerkbankje - het licht valt door een open raampje op de bijbelstandaard -, een klokketorentje en een minuscule slaap- en kookplaats. Als architect specialiseerde hij zich in het hurricane proof bouwen van kerken. Door de koepeldaken en de dikke muren doet de hermitage Romaans aan. De Bahama’s hebben mensen als Father Jerome hard nodig, want de katholieken worden in fors tempo opgerold door protestantse denominaties, waarvan de Zevendedags Adventisten het ‘t best lijken te doen.
CONCEPTION ISLAND
We beginnen er echt in te komen: we willen wel weer eens snorkelen! Vis en koraal zien, die ontbreken in ons prachtige azuur. We steken over naar Conception Island, op moter, wind is er weer eens niet. Perfect om te snorkelen. De miljonairsbak die Hatchett niet in kon, ligt al geankerd en heeft zijn speeltjes in het water. Terwijl de gasten zich vermaken met de jet ski’s bouwt het personeel op het zandstrand een uitspanning met lounge stoelen en kampvuur: de gasten gaan vanavond romantisch dineren op het onbewoonde eiland. Wij vinden in het vooronder onze snorkel spullen terug (hoe lang niet gebruikt? .....sinds Cuba) en gaan met de bijboot naar de riffen: vis en koraal zijn onze beloning. ’s Avonds kijken we naar het met flambouwen verlichte strand en zien hoe de bemanning weer alles opruimt nadat de gasten om 8 uur terug gegaan zijn. Filmpje in de eigen boordbioscoop?
WEG, MAAR WAARHEEN?
De volgende ochtend beukt de branding op het strand: de wind is gedraaid en we liggen op lagerwal. We twijfelen: we kunnen omzeilen naar de andere kant van het eiland, waar tussen riffen een beschutte ankerplaats is en nog een dagje snorkelen óf we gebruiken de wind om lekker op te schieten. Het gezonde verstand zegeviert: anker op en hijsen. Nog voor we 2 mijl verder zijn hebben we het grootzeil al gereefd: meer wind dan gedacht. Maar eenmaal weg van het eiland kunnen we wat ruimer varen: dit gaat lekker, 9 knopen, eindelijk weer eens gewoon lekker varen. Tegen de avond wordt de wind wat rustiger, zodat we een confortabele nacht met maan en sterren hebben. We schieten lekker op,maar waarheen? Echt goed genavigeerd hebben we bij vertrek niet en de weerberichten, die Majo via de kortegolfradio binnenkrijgt, blijven mooi. De volgende dag – nog lekker zeilend - besluiten we niet naar de Noordkust van de Dominikaanse Republiek te varen, maar naar de Zuidkust, via de zeestraat bij Haiti. Domme beslissing, blijkt, want dat is veel langer. Maar ja, Belgische vrienden met hun catamaran zijn daar ergens.
Op de 3e dag valt de wind conform voorspelling weg. Geen probleem: moter bij, goed voor de accu’s. Jammer dat het zo warm wordt in de keuken (de moter staat onder de keukenvloer), maar dat moet dan maar. Opeens vermindert het toerental en valt de moter stil. Jos duikt de moterruimte in om te ontdekken dat de versnellingsbak oververhit is. Het (zoete) water dat hij erover gooit verandert direct in stoom. We drijven met een zacht klapperend grootzeil in prachtig blauw water, zonder enige snelheid. Majo probeert buiten de neus van de boot in de richting van de golven te houden terwijl Jos beneden tot de conclusie komt dat de versnellingsbak volledig is vastgelopen: we zijn een zeilboot zonder hulpmoter geworden. Dat is pas echt klassiek.
We besluiten de route via de Zuidkust op te geven, het zou minstens 8 dagen kosten om op een plek te komen waar er kans op reparatie is: Luperon. Haiti is zo arm daar je daar geen hulp kunt verwachten: Luperon op de Noordkust is een betere optie en moet met deze windvoorspelling zeilend haalbaar zijn.Vier uur later (en 2x zonnebrandcrème factor 50) komt er weer wind. Het lukt om een koers naar Luperon te zeilen, maar we gaan het niet meer bij daglicht halen.
KATABATISCHE WIND
We moeten afremmen om de volgende dag bij licht aan te komen. We nemen zeilen weg tot we halvewind voor top en takel varen. In de weinige wind varen we ’s nachts 0,2 knoop maar houden wel druk op het roer, zodat we wat kunnen sturen. Dat gaat goed tot om 5 uur in de ochtend een jacht met toeristen onze koers kruist. Jos roept hem op om te vragen koers te wijzigen, maar hij antwoordt niet. Dan maar de genua hijsen om ons uit de voeten te maken. We varen wat heen en weer tot het om 6.30 licht wordt. Met de oostenwind moeten we zonder motor de ingang van de baai met riffen aan beide kanten kunnen bezeilen en op zeil ankeren. Maar vlak bij de ingang blijkt er een zuidwestelijke landwind te staan. Volgens de pilot heet deze Katabatisch en staat van ca middernacht tot 10 uur ’s morgens. Jos hijst snel het grootzeil om naar binnen te kunnen kruisen. De digitale kaart is hier niet ingevuld en er staat zo weinig wind dat de riffen zich niet door brekers verraden. Tot zover gaat het goed, maar dan liggen er 3 boeitjes, die een kanaal van ca 30 meter breed aangeven. Met hele korte slagen, waarbij Majo op het voordek de genua met de hand omtrekt, laveren we tussen de ondieptes. Het tweede deel van de baai wordt door een nauwe passage afgesloten, die pal in de wind ligt, met rotsen aan de ene kant en een prachtig strand aan de andere kant. Dat is te veel voor ons en we laten snel het anker zakken. Oef dat ging net goed. Een tikkeltje te veel avontuur amigo?
De officials vinden van niet. We worden begroet door een bootboy met een sloep met een 45 pk buitenboordmotor, die ons het laatste stuk wel wil slepen. Maar nog voor het zo ver is komen 3 functionarissen, plastic ID’s om de nek, met een kleine dinghy ons zeggen dat niemand contact met ons mag hebben tot zij met ons klaar zijn. Ze bevelen ons het anker te lichten. Zij zullen ons wel naar binnen trekken. Protesten dat hun 6 pk te weinig is voor onze zware boot helpen niet. Jonathan met één touw aan hun gierende dinghy drijft op weg naar het strand. Jos bindt snel onze dinghy (5 pk), die we gelukkig net overboord gezet hadden, langszij met een voor en achterlijn. Majo geeft in de dinghy vol gas en zo krijgen we weer druk op het roer en hoeven geen voortijdig stranduitje te ondernemen. De twee dinghies brengen Jonathan naar een ankerplaats, waarbij we de aanwijzingen van de officials, die totaal geen idee hebben wat ze aan het doen, zijn negeren.
LUPERON
Ooit was Luperon een levendig stadje vol restaurants en kroegen.Maar sinds het hotel aan het strand sloot (2007) is het een slaperig stadje geworden, stoffige wegen, niets te beleven. Wel een prachtige ankerbaai die vol ligt met cruisers. En toch, Luperon heeft wat. Luperon is plakkerig, de grond in de baai kleeft letterlijk aan het anker en de (bij)boot krijgt snel aangroei, maar ook figuurlijk, cruisers blijven er jaren hangen, en kopen huizen. Al bij het inklaren (de 3 officials in de dinghy waren maar het begin) bij de 5 instanties die allemaal geld van ons willen,ontmoeten we deze mensen. We leggen uit wat onze problemen zijn en tot onze stomme verbazing hebben we die middag al een monteur (met referenties) die 2 dagen later aan onze ramp zal beginnen. OK, hij komt een paar uur later dan afgesproken, maar weer een paar uur later ligt onze volledig vatgelopen bak en de kapotte overbrenging in een vissersbootje langszij. De moter zelf heeft geen schade opgelopen! De volgende dag belt hij om te melden dat de bak niet gerepareerd kan worden (van de overbrenging wisten we dat al), maar dat hij al een ruilbak voor ons gelokaliseerd heeft. Laat de dag erop duikt hij weer op, met zijn beide helpers (de transmissie is zwaar) en net voor de duisternis invalt , kunnen we - nog geankerd - kijken of alles weer werkt. Yes! Ongelooflijk, in 3 dagen is de hele klus geklaard. Stuk sneller (en betaalbaarder) dan in de VS. De volgende dag gaan we anker op voor een echte proefvaart. Ook een van de lokale ondieptes blijkt plakkerig: tijdens de proefvaart lopen we hevig aan de grond met vallend water en moeten 8 uur wachten tot 3 andere schepen (goed voor 200 pk) ons met hoogwater weer vlot weten te krijgen. In ieder geval doet de versnellingsbak het!
Luperon heeft een telefoonwinkel (zodat we internet hebben en kunnen bellen met de monteur), een supermarkt die 1x per week yoghurt aankrijgt (per gallon) en een flappentap. Die hebben we hard nodig. Majo doet dagelijks een ronde ‘geld ophalen’ en ontdekt dat ’s middags de flappentap die in de zon ligt zo heet is dat ze haar vingers brandt bij het intoetsen. De kleine voorkamer-winkeltjes blijken dan ook al dicht of uitverkocht, zodat de dagelijkse ronde de stad in voor 12 uur gedaan moet zijn. Maar dan heb je ook geld, verse ananas, goede avocado’s en groenten. Soms wagen we ons aan het vlees van slagers, waar de dierenkoppen aan balken hangen en het vlees op de ongekoelde toonbank ligt, maar we blijven gezond.
De Dominikaanse Republiek is een heel mooi,bergachtig en vruchtbaar land. Vanaf de ankerplaats lokken de heuvels: we huren een auto en maken kennis met de Dominikaanse wegen (gaten en drempels) en rijstijl (poging tot zelfmoord, die meestal zonder schade maar met veel getoeter gepaard gaat). We zitten in een veeteelt gebied en herhaaldelijk rijden we stapvoets tussen een kudde koeien die verweid wordt. In de weilanden staan palmen. Majo koopt verse kazen, die op mozzarella lijken.
SANTIAGO
Een tweede trip met huurauto bengt ons naar Santiago de Caballeros. Dé sigarenstad van het land, waar Jos zijn voorraad sigaren aanvult. Om het centrum van de stad te bereiken tikt Majo in Google Maps ‘sigaren-museum’ in. Feilloos worden we naar een prachtig cultureel centrum geleid. Het blijkt een kunstmuseum t, een donatie van de rijke eigenaar van de belangrijkste sigarenfabriek. Het museum heeft een prachtige collectie moderne kunst. Sinds dictator Trujillo’s dood in 1962 sponsort de familie een jaarlijkse kunstwedstrijd die groot talent aantrekt, dat vervolgens wordt aangekocht. Moderne kunst was een politieke uiting, die onder Trujillo’s schrikbewind eerder tot een verdwijning zou leiden dan tot een expositie.
Als je ons wilt bezoeken of mee wilt varen, onze planning is:
- Maart t/m mei nog niet nader bekende Benedenwindse Eilanden, zoals Sint Maarten en Antigua.

ONS BEREIKEN
Gaat het makkelijkst via onze email josvanveen66@gmail.com of hendriksmajo@gmail.com, sms-en of skypen. Eventueel Majo: + 31 655712122. Jos: +31 654201071

  • 14 Maart 2017 - 18:14

    Marieke:

    Wat een pech met de motor, wel erg avontuurlijk

  • 14 Maart 2017 - 19:47

    Baudine:

    Wauw vroegtijdig stranbezoek, spannend verhaal.
    Wij in Trinidad gearriveerd waar onze mast waarschijnlijk half april arriveerd met alle andere over boord gegane
    Waar verblijven jullie na mei?

  • 14 Maart 2017 - 21:06

    Victor:

    Keep sailing, be happy.
    Victor

  • 14 Maart 2017 - 21:28

    Hans:

    Heerlijk die lokale autoriteiten, haha. Zeer herkenbar voor die contreien. Leuk update Fijne reis en behouden vaart. Net zelf vandaag mijn boot in het water gelegd. Hans

  • 15 Maart 2017 - 09:42

    Jan-Willem:

    Heerlijk weer om te lezen. Wel een hele andere wereld dan die van de verkiezingen hier in NL! Geniet ervan!

  • 15 Maart 2017 - 10:21

    Hanneke Vliet Vlieland:

    Geweldig om jullie avonturen te lezen en even weg te dromen tussen directie taak en zzp-klus in. Blijf beleven en genieten, dan geniet ik mee!

    Hanneke

  • 16 Maart 2017 - 11:36

    Arie Oosterlee:

    Fijn dat jullie ons steeds meenemen. Het voelt alsof ik zelf een turbo vakantie heb, iedere keer als ik jullie verslag lees . Groet, Arie

  • 18 Maart 2017 - 18:32

    Iris :

    Wauw, wat een avonturen weer. Met een grappig Rotterdams tintje bovendien :-)... In een vorig leven ben je thriller schrijver geweest lijkt het wel. Veel plezier and keep us posted please. Groet Iris

  • 18 Maart 2017 - 18:33

    Iris :

    Wauw, wat een avonturen weer. Met een grappig Rotterdams tintje bovendien :-)... In een vorig leven ben je thriller schrijver geweest lijkt het wel. Veel plezier and keep us posted please. Groet Iris

  • 19 Maart 2017 - 11:29

    Krijn:

    Spannender dan het Franse platteland! Alleen de ambtenaren doen het hier ook heel goed. Veel plezier benedenwinds. Hartelijke Groet, Krijn

  • 19 Maart 2017 - 21:58

    Niels:

    Prachtig verhaal weer Majo en Jos! Doe ze de groeten op Sint Maarten :).

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Jos en Majo

Actief sinds 01 Juli 2008
Verslag gelezen: 1707
Totaal aantal bezoekers 117449

Voorgaande reizen:

31 Juli 2008 - 17 Augustus 2009

Mijn eerste reis

19 Juli 2014 - 30 November -0001

De wereld om!

Landen bezocht: